Tiramisù
Ik ben echt totaal geen toetjesmens, doe mij maar een lekker kaasplankje met een glaasje port. Maar een klein stukje tiramisù wil er nog wel eens ingaan. Zeker wanneer ik het zelf heb gemaakt met amaretto erin. De naam betekent letterlijk ’trek mij omhoog’, wat zoveel inhoudt als ‘beur mij op’ of ‘maak mij blij’. Het dessert komt uit de Italiaanse regio Veneto en is relatief modern. Pas sinds 1980 komt het voor in Italiaanse woordenboeken en kookboeken. Maar sindsdien is het een enorm populair nagerecht dat bijna iedereen wel eens gegeten heeft.
Ingrediënten
- 400 gr mascarpone
- 2 pakken lange vingers
- 2 eiwitten
- 4 eidooiers
- 150 gr poedersuiker
- 250 ml heel sterke koffie, afgekoeld
- 200 gr pure chocolade, grof geraspt of gehakt
- Cacao
- Optioneel: 2 el amaretto
Benodigdheden
- Glazen of metalen kom
- Keukenmachine of handmixer
- Kom
- Diepe rechthoekige schaal
- Theezeefje
Aan de slag!
- Klop de eiwitten in de keukenmachine of met een handmixer in een brandschone glazen of metalen kom stijf. Veeg bij voorkeur de kom vetvrij met een stukje keukenpapier met wat citroensap.
- Klop in een andere kom de eidooiers met de suiker tot een bleke, luchtige massa. Spatel voorzichtig de mascarpone erdoor en daarna de eiwitten.
- Als je ook amaretto wilt gebruiken, meng deze dan door de koffie.
- Leg een laagje lange vingers, die je even in de koffie hebt gedrenkt, in een diepe, rechthoekige schaal. Bedek met een laagje mascarponemengsel en bestrooi met wat van de chocoladeschilfers. Ga zo door met laagjes maken tot alles op is of je de bovenkant van de schaal hebt bereikt. Eindig met een laagje van het mascarponemengsel.
- Bestuif de tiramisù met een theezeefje met een laagje cacao en zet de schaal minstens 3 uur in de koelkast.
Advertentie
Aantal porties: 4-8
Tijd: 30 min + wachttijd
Moeilijkheid: **